In gesprek met Jan des Bouvrie
Wat drijft succesvolle mensen? Waardoor weten zij zich te onderscheiden? Wat maakt dat zij in staat zijn te excelleren en het verschil weten te maken? Op zoek naar antwoorden op deze vragen gaat Erik Van Gend in gesprek met mensen die het volledige potentieel uit zichzelf weten te halen. Een unieke en boeiende serie gesprekken waarbij Erik elke keer weer een ander onderwerp of thema aansnijdt.
In deze uitgave gaat hij in gesprek met Jan des Bouvrie, de meest succesvolle ontwerper die Nederland rijk is. Jan bereikte op jonge leeftijd door zijn eigen visie te volgen en tegen de stroming in te gaan vele successen. Nu 73 jaar oud, heeft Jan zijn passie en rebellie nog steeds niet verloren. Ik ontmoet Jan in zijn kantoor, in het prachtige Arsenaal. Voor dit gesprek had hij in zijn drukke agenda een uur vrij gemaakt. Wat volgt is een prachtig, 3-uur durend, gesprek over energie, creativiteit, kunst, ondernemen, familie en vooral de nodige anekdotes met veel humor.
Welke onderdelen uit je jeugd hebben een grote invloed gehad op je verdere leven? Wat heeft je gevormd?
Als je ouder wordt ga je daar steeds meer over nadenken en ga je zoeken waar de dingen vandaan komen. Het opgroeien boven de zaak van mijn ouders en mijn dyslexie hebben grote invloed op mij gehad. Ik zocht daardoor andere uitingen als kind. Ik schilderde mijn kamer wit, de radio wit, ik bouwde een treinspoor door de muur en veel meer. Nog maar pas ben ik erachter gekomen dat de behoefte aan wit zijn oorsprong vond in mijn eerste kinderkamer waar ik geen daglicht had. Ik was gewoon op zoek naar ruimte en licht.
Je beschrijft een creatieve en vrije geest, maar het was ook de tijd van wederopbouw en eenvoud?
Waar ik het meeste moeite mee had was dat mijn ouders dag en nacht in de zaak waren, zo hard werkten en daar niets aan over hielden. Om je een voorbeeld te geven; ik ging een keer met mijn vader naar de slijterij om een fles jenever te halen van ƒ 5,-. We liepen terug en speelden krijgertje, waarop hij die fles uit zijn handen liet vallen. Ik kan me de blik in zijn ogen nog zó goed herinneren. Hij had geen geld om een nieuwe fles te kopen. Dat was één van de drie momenten in mijn leven die bepalend voor mij zijn geweest. Ik heb toen voor mezelf besloten; dit zal mij nóóit gebeuren.
Hoe ben je vervolgens op de Rietveld Academie terecht gekomen?
Ik had niet de juiste vooropleiding, maar ging op aanraden van vrienden van mijn ouders toch op gesprek bij de Rietveld Academie. Ik nam een glazen maquette mee die ik eerder gemaakt had en die leek goed in de smaak te vallen. Toen heb ik 3 dagen lang voor de brievenbus gezeten om te wachten op de brief van de Academie. Ik was aangenomen! Dat was het tweede moment dat voor mij bepalend is geweest.
Ik heb op de Academie één keer les gehad van Gerrit Rietveld zelf. De opdracht was om een kinderkamer te tekenen, daar mocht je een maand over doen. Toen dacht ik een maand: “Dat is toch gekkenwerk!” Ik heb een krabbeltje gemaakt en legde dat bij hem op tafel. Hij keek ernaar en zei:
“Goh wat ziet dat er goed uit, Jan. Echt goed. Maar als je nou alles weglaat, dan wordt het een stuk beter! De beste les die ik ooit heb gehad.”
Na de Rietveld Academie stond ik in de zaak van mijn ouders, dat was mijn beste leerschool. Ik was pas 18 jaar en zei tegen mijn moeder dat we het compleet anders aan moesten pakken. We hebben toen alles in de uitverkoop gezet. Mijn vader was woest! Vervolgens heb ik een etalage gemaakt met een grote ronde tafel van travertin, een schaal met rozen erop en met zes Charles Eams fauteuils eromheen. Mijn vader zei toen: “Dit verkopen we toch nooit!” Die stoelen kostten toen al ƒ 1.600,- per stuk. Ik zei: “Pap, dit geeft allure en het zet de mensen aan het denken.” Ik ging diezelfde avond naar beneden, we hadden koopavond en toen had mijn vader een rol linoleum ertussen gezet. 2 meter breed ƒ 21,-. Mijn hele etalage naar de klote, haha. De volgende dag komt de directeur van IBM binnen en die zegt: “Ik vind dit zó mooi, ik wil dit allemaal hebben”. Toen heb ik vervolgens opdracht gekregen om het hele kantoor van IBM in te richten. Moet je je voorstellen wat een start!
Wat was het derde moment in je leven dat bepalend is geweest?
Dat was het bezoek van meneer Oberman, van de firma Gelderland. Die stond voor mijn zaak. Ik vroeg hem binnen, maar hij weigerde omdat ik geen Gelderland meubels meer verkocht. Ik zei hem dat ik dat niet meer deed omdat ik de kwaliteit fantastisch vond, maar de styling gewoon te ver achter bleef. Nou, zei hij: “Als je dan zo’n grote mond hebt, ontwerp dan maar eens wat.” Daar kwamen de Kubusbank en de draai fauteuil met die ronde armleuninkjes uit voort. Die werden een groot succes, dat was het derde moment.
Wat was je drijfveer om zo tegen de bestaande norm in te gaan?
Nee, het was veel simpeler. Als ik bij mensen langs ging om banken af te leveren, dan zag ik schrootjeswanden, schoon metselwerk aan de muur, tapijt met stipjes erin vanwege de vlekken, niet om aan te zien.
“En ik dacht, hoe krijg ik dat allemaal het huis uit, vooral dat eiken?
Nou dat ging via de open haard!”
Toen ben ik met die mensen het schoon metselwerk wit gaan schilderen. Echt samen, met een pot verf. Stucen is natuurlijk veel mooier, maar daar was geen geld voor. Dan kwamen die mensen de volgende dag in hun kamer en dan dachten ze ‘wow’ wat een ruimte. Ik begon heel klein, maar het werkte bij iedereen.
Heeft het je ook gesterkt om je eigen richting te kiezen, om niet te conformeren?
Ik heb er eigenlijk nooit zo over nagedacht. Ik conformeer mij gewoon niet, dat heb ik altijd automatisch zo gedaan. Wij hadden na de oorlog een groep van creatievelingen met Benno Premsela, Paul Huf, Frank Govers, Dick Holthuis. Dat was een groepje, we gingen iedere donderdagavond met elkaar eten. En dat inspireerde mij om mijn eigen richting te kiezen.
Wat mij fascineert is dat je makkelijk beweegt in vriendschappen en relaties. Terwijl je aan de andere kant ook een autonome en rebellerende denker bent?
Dat is waar. Ik zal je een open antwoord geven, iets wat ik eigenlijk niet zo gauw zou zeggen. Kijk, je bereikt alleen maar wat als je aardig bent. Ik maak ook nooit ruzie, met aardig zijn bereik je zoveel meer. Wat mij gegeven is, die energie, die wil ik overbrengen. Ik word zo blij, als ik de leerlingen zie op mijn ROC, die net als ik toen ik op de Rietveld Academie kwam, hun leven daar beginnen. Waar ze leren om in het eerste jaar alleen maar met de hand te tekenen.
“Die kut computer mogen ze niet gebruiken, die geeft geen enkele creativiteit.”
Zie je jezelf meer als zakenman of als een echte vakidioot?
Volledig gecombineerd. Het één kan ook niet zonder het ander. Neem bijvoorbeeld Gerrit Rietveld, Le Corbusier, Toon Hermans of Wim Sonneveld zij hebben ook deze combinatie. Alle succesvolle mensen hebben dit volgens mij met elkaar gemeen.
“Ik wil 50% keihard werken en 50% keihard genieten.”
Wat me opvalt is dat je eigenlijk altijd aan het werkt bent?
Ja, dat klopt. Als ik niet werk ben ik heel ongelukkig. Ik combineer mijn vakanties bijvoorbeeld ook altijd met werk. Mijn levensvisie is 50% keihard werken en 50% keihard genieten. Als ik zou stoppen met werken ga ik meteen dood. Mijn vader ging jong dood, hij kreeg een beroerte op z’n 59ste en kwam vervolgens in een rolstoel. Op zijn 65ste raakte hij in coma. Hij lag al 10 dagen in coma en in zijn coma pakte hij mijn hand en hij neuriede La Vie en Rose. Hij stierf daarna, blijkbaar wilde hij me op dat moment toch nog iets meegeven.
Hoe kijk jij naar je eigen dood? Ben je daar bang voor?
Nee, helemaal niet. Als kind was ik er wel bang voor, ik ging rechtop in bed zitten om wakker te blijven, omdat ik bang was niet meer op te staan de volgende ochtend. Heel raar natuurlijk, maar ik was zo jong al zo gehecht aan het leven. Nu heb ik juist het gevoel dat ik zoveel gedaan heb dat mijn energie wel doorgaat.
Omschrijf die “energie” eens?
Ik deed mee aan het programma “Het verborgen verleden”. Ik heb altijd gedacht dat ik een joodse achtergrond had, altijd dat zakelijke, mijn opa leek ook joods. Maar daar is nergens iets over te vinden. Ik was gek op hem, zo’n fantastische man. Zat ik als jongetje aan tafel bij hem. Dan zei hij:
“Jan, jij hebt krulletjes, vrouwen gaan op jou vallen. Maar onthoud drie dingen: ga nooit met klanten naar bed, nooit met personeel naar bed en nooit naar de hoeren. Nou, misschien 1 keer dan.”
De vader van mijn opa en helemaal terug tot het jaar 1400, zat mijn familie in de textiel. Ik dacht: “Waar komt de muzikaliteit van mijn vader toch vandaan?” Toen bleek dat mijn oud overgrootvader Reinders in 1700 een organist was die muziek had geschreven voor Willem V. Echt om kippenvel van te krijgen! Vervolgens blijkt dat mijn oud overgrootvader met een bord in de kerk in Naarden staat. Tijdens het programma gaan we naar de kerk en staat daar een sopraan en een organist, die ook mij en Monique getrouwd heeft, en die spelen gewoon de muziek van mijn oud overgrootvader. Dit kan toch allemaal geen toeval meer zijn! Naarden, waar ik opgegroeid ben, waar mijn bedrijf gevestigd is en waar mijn overgrootvader in 1700 zijn muziek heeft geschreven. Het is voor mij heel eenvoudig, dit hele lange verhaal is gewoon het doorgeven van energie.
Heb je het idee dat je leven een verzameling is van bewuste keuzes of dat het min of meer zo gelopen is?
Ik denk dat iedereen die iets bereikt heeft, gekozen heeft uit twee opties: de goeie kant of de slechte kant. Voor gelovigen is dat God of de duivel. Kijk het is voor mij gewoon energie, dat is voor mij veel concreter. Waarom is er geloof? Om mensen te steunen in hun zwakheden, daarom zijn er ook al die oorlogen. Dat is zo jammer, eigenlijk zou iedereen in energie moeten geloven. Het gaat me te ver om daar iets aan te doen, maar ik zou dat het liefste wel willen doen. Gewoon zeggen, jongens dat is het!
Is het ook een heilig geloof in jezelf?
Nee, ik ben er gewoon stellig van overtuigd dat alles eindeloos is en eindeloos doorgaat. Zoals het heelal, nu doen ze onderzoek op basis van trillingen, waardoor ze nog zoveel meer ontdekken, daar komt geen eind aan. We worden geboren, krijgen energie mee, goed of slecht. Je doet er iets mee, dan ga je dood en geef je die energie weer door aan anderen. Wat ik heb neergezet, met de Jan des Bouvrie scholen bijvoorbeeld, dat gaat weer door naar anderen en zij zullen op hun beurt dit weer doorgeven. En dan komt er een einde aan dit bijzondere gesprek en terwijl we afscheid nemen denk ik stilletjes bij mijzelf: “Laat deze rebellerende levenskunstenaar alsjeblieft minimaal 100 jaar oud worden.”
Met dank aan Nicole des Bouvrie, Gooisch Blad.